De waarschijnlijk oudste weermetingen uit de provincie Gelderland zijn neerslagwaarnemingen in Harderwijk uit de jaren 1736-1741. Evert Jacob Brandtsen verrichtte tussen 1779 en 1819 weerwaarnemingen in Arnhem, zowel in de stad als op landgoed Lichtenvoorde. Sinds het begin van 20e eeuw worden bij Wageningen waarnemingen gedaan van bladontplooiing en bloei van bomen en planten. De waarnemingen, die gebruikt worden voor onderzoek naar klimaatverandering, zijn later voortgezet in De Bilt. Uit gegevens van die periode blijkt dat de bloeitijd varieert met de temperatuur.
Het KNMI heeft in Gelderland de beschikking over automatische weeerstations in Herwijnen, Hupsel en Deelen. In Deelen bij Arnhem worden al sinds 1949 metingen verricht. Daarnaast telt de provincie enkele tientallen neerslagstations waarvan een aantal nog langer bestaan.
Het zuidoostelijk deel van de Veluwe hoort tot de natste gebieden van ons land. In de zomer valt hier gemiddeld zo'n 65 tot 80 mm per maand tegen 55 Ã 65 mm aan de kust. De kans op neerslagextremen door zware buien is in de hogere delen van de Veluwe dan ook iets groter dan op de veel andere plaatsen in het land. De provincie heeft ook het Nederlands etmaalrecord van de neerslag op haar naam staan. In Voorthuizen viel op 3 augustus 1948 bij onweersbuien binnen 24 uur 208 mm. Deelen kreeg op 2 juni 2008 een wolkbreuk met binnen een uur ruim 35 mm. Op 23 juli 1996 en 22 juni 2008 werd in Gelderland ook geschiedenis geschreven door een zware hagelbui die met hagelstenen van 5 Ã 6 cm in doorsnee.
Ook het warmterecord van Nederland staat op naam van Gelderland. Op 23 augustus 1944 werd in Warnsveld 38,6 graden gemeten. Recenter was 7 augustus 2003 de warmste dag met 37,2 graden in Deelen. Gemiddeld ligt de middagtemperatuur hier in de zomer tussen 20 en ruim 22 graden, 's nachts tussen 10 en 12 graden. Het weerstation in Almen noteerde op 2 juni 1975 nog lichte vorst -1,2 graden. Voor Deelen is 2 juni 1962 de koudste zomernacht met -0.9 graden op de waarnemingshoogte van anderhalve meter. Aan de grond is hier begin juni ruim 2 graden vorst gemeten.
De zon schijnt in Gelderland 's zomers zo'n 170 tot 195 uur per maand. Het aantal zonuren neemt van oost naar west langzaam iets toe. In de kurkdroge en hete zomer van 1976 zijn in Deelen herhaaldelijk vochtigheidswaarden gemeten van 13 of 14%. Door de aanhoudende droogte kwam het tot omvangrijke bos- en heidebranden en problemen in de drinkwatervoorziening.
©KNMI