Hoe lees je de temperatuurpluim?
Hoe lees je de temperatuurpluim?
Je vind hem op de site van het KNMI, maar ook tijdens de weerberichten op TV wordt ie weleens vaker getoond, de temperatuurpluim. Het is een handig instrument om een inschatting te maken van de temperatuur op de lange termijn.
Met het groeien van de termijn van de verwachting neemt doorgaans ook de onzekerheid toe. Om die onzekerheid in goede banen te leiden werkt het KNMI met het EPS (Ensemble Prediction System) van het ECMWF (Europees weercentrum). Het EPS bestaat uit 52 leden (members). Het belangrijkste lid van het gezelschap is de operationele ECMWF-verwachting, afgekort als de oper. Op het diagram is dat de rode lijn. De oper is gebaseerd op een rekenmodel met een hoge resolutie (roosterpuntafstand 25 kilometer).
Vervolgens wordt de berekening 51 keer herhaald met een model dat een lagere resolutie heeft: roosterpuntafstand 50 kilometer. Men doet dat om rekentijd te besparen. De eerste herhaling gebeurt met dezelfde uitgangstoestand als de ‘run’ die de oper opleverde. Men noemt dit de control-run, in het diagram zichtbaar als de blauwe lijn. Met de control-run kan men het effect van de verlaagde resolutie bekijken (rood versus blauw).
Bij de overige herhalingen is de begintoestand ten opzichte van oper en control enigszins (bewust) verstoord. Zo kan men de effecten van onzekerheden in de begintoestand simuleren. Het gemiddelde van de 51 members met een (op de control-run na) verstoorde beginsituatie, heet het ensemble-gemiddelde en wordt op de temperatuurpluim het Ensgem genoemd. In totaal zien we op het diagram 52 lijnen (verwachtingskromme) die, uitgezet in de tijd, ogen als een rookpluim. Daarom wordt gesproken over een temperatuurpluim. Het KNMI maakt ook dagelijks een pluim voor de neerslag en de wind. Daarmee zie je dus ook de kans op neerslag en wind toe- of afnemen.
Tenslotte: de bruine bolletjes impliceren de zogenoemde gidsverwachting (MOS: Model Output Statistics). De MOS is afgeleid op basis van onder meer de oper en het ensemble-gemiddelde en - statistisch - gecorrigeerd voor de systematische fouten.
Je vind hem op de site van het KNMI, maar ook tijdens de weerberichten op TV wordt ie weleens vaker getoond, de temperatuurpluim. Het is een handig instrument om een inschatting te maken van de temperatuur op de lange termijn.
Met het groeien van de termijn van de verwachting neemt doorgaans ook de onzekerheid toe. Om die onzekerheid in goede banen te leiden werkt het KNMI met het EPS (Ensemble Prediction System) van het ECMWF (Europees weercentrum). Het EPS bestaat uit 52 leden (members). Het belangrijkste lid van het gezelschap is de operationele ECMWF-verwachting, afgekort als de oper. Op het diagram is dat de rode lijn. De oper is gebaseerd op een rekenmodel met een hoge resolutie (roosterpuntafstand 25 kilometer).
Vervolgens wordt de berekening 51 keer herhaald met een model dat een lagere resolutie heeft: roosterpuntafstand 50 kilometer. Men doet dat om rekentijd te besparen. De eerste herhaling gebeurt met dezelfde uitgangstoestand als de ‘run’ die de oper opleverde. Men noemt dit de control-run, in het diagram zichtbaar als de blauwe lijn. Met de control-run kan men het effect van de verlaagde resolutie bekijken (rood versus blauw).
Bij de overige herhalingen is de begintoestand ten opzichte van oper en control enigszins (bewust) verstoord. Zo kan men de effecten van onzekerheden in de begintoestand simuleren. Het gemiddelde van de 51 members met een (op de control-run na) verstoorde beginsituatie, heet het ensemble-gemiddelde en wordt op de temperatuurpluim het Ensgem genoemd. In totaal zien we op het diagram 52 lijnen (verwachtingskromme) die, uitgezet in de tijd, ogen als een rookpluim. Daarom wordt gesproken over een temperatuurpluim. Het KNMI maakt ook dagelijks een pluim voor de neerslag en de wind. Daarmee zie je dus ook de kans op neerslag en wind toe- of afnemen.
Tenslotte: de bruine bolletjes impliceren de zogenoemde gidsverwachting (MOS: Model Output Statistics). De MOS is afgeleid op basis van onder meer de oper en het ensemble-gemiddelde en - statistisch - gecorrigeerd voor de systematische fouten.
