Neem een willekeurig weerbericht: “vandaag zon, maar ook een enkele bui.†Dan weet je het eigenlijk al: het zal vandaag wel meevallen met de regen. De paraplu kunnen we thuislaten! Maar een bericht dat luidt: “Vandaag geruime tijd regenâ€, stemt bijvoorbeeld de vakantieganger in eigen land niet tevreden. Dan zal het wel een natte boel worden en is er vast geen droog moment te verwachten!
Fraai gekleurde buienlucht. Foto: Karin Broekhuijsen.
Neerslagduur van belang
Deze inleiding geeft al aan dat de duur van de neerslag van belang kan zijn, zeker voor diegenen die lang buiten doorbrengen. En dat is vooral in het voorjaar en in de zomermaanden het geval. Zo kan een echte regendag/verregende dag een pretparkbezoek maken of breken. Ook deze Pinksteren is dat niet welkom. Heel wat mensen zijn immers buiten, neem Pinkpop in Landgraaf. Die zeer lokale, enkele bui kan er dan wel mee door. Zelfs een stortbui van laten we zeggen 5 minuten op een hele dag is voor deze groep mensen niet zo erg. Dat kan wel van belang zijn voor rioolstelsels en rivieren, die door regenwater worden gevoed. Waterschappen bijvoorbeeld willen graag weten binnen hoeveel tijd een hoeveelheid neerslag kan vallen en vooral ook: hoe vaak dat kan gebeuren. Toch wordt in weerberichten zelden iets vermeld over regenuren. Omdat van De Bilt de langste meetreeks is, bekijken we vooral de cijfers van dit meetpunt. De neerslagduur werd vroeger overigens bepaald met behulp van registrerende regenmeters en tegenwoordig op de elektronische manier door middel van sensoren.
Archieffoto van Tom Bloem, Sittard.
Seizoensverschil
Wat we vooraf al weten, zonder de klimaatcijfers te aanschouwen, is dat het in het winterseizoen veel vaker om regenperioden dan om buien gaat. In het zomerhalfjaar is dat andersom: dan heeft de neerslag toch in veel gevallen een buiig karakter. Alleen kan er dan wel meteen meer regen in korte tijd vallen. Met andere woorden, het regent langer in het winterseizoen dan in het zomerseizoen, maar in de zomermaanden kan wel meer hemelwater vallen. Maar die ene dag met aanhoudende regen heeft in het zomerhalfjaar natuurlijk wel meer impact dan een verregende dag in de (donkere) wintermaanden. Even in het kort de verklaring: buien hebben warmte nodig om te ontstaan en ook om te overleven, in de winter is die warmte er niet en komt de regen vooral van frontale systemen die worden aangevoerd. De fronten zijn meestal gekoppeld aan (diepere) depressies op de oceaan. In de meteorologie maken we dan ook onderscheid in zogeheten stratiforme regen - dat is gestage regenval uit gelaagde bewolking samenhangend met fronten - en convectieve regen – hiermee bedoelen we buien, al dan niet spontaan ontstaan op een warme dag of gekoppeld aan buienstoringen (troggen).
Een gigabui die maar kort duurde. Foto: Karin Broekhuijsen.
Records in de winter
De laatste keer met vrij langdurige regenval op een dag was 5 mei, toen men in De Bilt totaal 11 uur regen registreerde. Maar, op heel wat plaatsen duurde de regen toch (iets) minder lang, met bijvoorbeeld in Maastricht niet meer dan ruim 4 uur regen. De maand daarvoor, april, was de maximale regenduur in De Bilt af en toe zo’n 4 uur op een dag. In maart duurde de regen op sommige dagen langer, met op 28 maart de langdurigste neerslag van die maand, toen kreeg De Bilt 9 uren neerslag.
Nee, het zijn echt pas records als er minstens 20 uur neerslag (!) is gevallen, wat blijkt uit de top tien van langdurigste neerslag op een dag. In die lijst vinden we – hoe kan het ook anders – alleen maar datums in de winterperiode terug. We zien op plaats tien 12 december 1963 met in De Bilt toen 20,9 uur neerslag. De top drie wordt aangevoerd door 30 januari 1960 met 23,4 uur neerslag, daarna komt 19 januari 2004 met 22,8 uur en op plek drie staan 5 januari 1976 en 8 februari 1946 met 22,3 uur neerslag. En meetpunt Den Helder heeft het zelfs gepresteerd om een keer precies 24 uur neerslag te registreren. Dat was namelijk op 19 december 1996!
Archieffoto van An Roelen, Molenschot.
Maandcijfers
Wat de afzonderlijke maanden betreft, overtrof oktober 1998 alle records met 141 uur regen, terwijl voor die maand 57 uur normaal is! Sinds het begin van de waarnemingen van de neerslagduur in 1930 is het niet eerder voorgekomen dat het in die maand zo vaak regende. Op de tweede plaats staat oktober 1932 met 118,8 uur. En van alle maanden staat december 1993 bovenaan met 163,4 uur regen, tegen 68 uur normaal. Maart 1988 bezet plaats twee met 141,7 uren regen, gevolgd door november 1966 op de derde plaats met 131,2 uren. Op plek tien staat juni 1991 met 90,7 uren. Opvallend is dat er nog geen maand uit de huidige eeuw in deze top tien staat.....
Het regent niet vaak
Er valt zo’n 7% van de tijd regen en sneeuw. Vertaald in tijd komt dat neer op 600 uur per jaar. Uitzonderingen zijn er natuurlijk altijd: 1994 telde 863 uur neerslag en 1993 staat op de tweede plaats van de 20ste eeuwlijst met 835 uur. Het kleinste aantal regenuren noteerde het KNMI in 1933 met een jaartotaal van 383 uur, het extreem droge jaar 1976 telde slechts 438 uur neerslag en 1959 kwam daar met 445 uur nauwelijks bovenuit. Volgens de klimaatrapporten veroorzaakt de sterk opgewarmde Noordzee vooral in de Nederlandse hoogzomer steeds vaker extreme regenval, vooral in de kustgebieden. Maar de regenduur is tegelijkertijd korter geworden. Daarentegen valt in die kortere tijd wel veel meer. En dat leidt geregeld tot wateroverlast. Bijna iedere zomer komen we die nu tegen. Verder komen meer droogteperioden voor. Denk aan de zomer van 2003 en het voorjaar van 2007.
Bron: KNMI, Meteo-Consult