De laatste dagen begonnen vaak met lokale mistbanken. Meestal losten deze snel na zonsopkomst op, maar soms bleven ze ook langer hangen. Vooral de kustgebieden kunnen in het voorjaar en de zomer langere tijd verkeren in een kleine wereld.
Mist ontstaat vooral door het afkoelen van (relatief) vochtige lucht. Hierdoor bereikt de temperatuur van het waterdamp in de lucht het punt waarop de damp overgaat in druppeltjes. Dit verschijnsel zien we met name in het najaar en de winter, als de nachten lang zijn en het dus goed kan afkoelen, maar ook in de zomer kan het 's ochtends even mistig zijn. Mist kan ook worden aangevoerd met de stroming of soms zelfs ontstaan na zware regenval.
Eigenlijk is mist niets anders dan een wolk, maar dan aan het aardoppervlak. Boven zee kan ook mist voorkomen. Hier zijn de uitgangspunten echter vooral in de maanden mei en juni gunstig om mist te vormen. Warme en vochtige lucht wil dan vanuit het zuiden of zuidwesten nog wel eens richting ons land drijven. Aangezien het zeewater in het voorjaar en vroege zomer nog (relatief) koud is, stroomt de warme en vochtige lucht dus over een koud zeeoppervlak. De lucht koelt dan af in de onderste 5 tot 20 meter en gaat condenseren. Op deze manier kunnen zeer grote en hardnekkige mistvelden ontstaan. Draait de wind vervolgens naar een westelijke of noordelijke richting, dan trekken deze mistvelden het land op. Dit gebeurt ook in situaties met weinig wind als het boven land sterk opwarmt. De wind gaat dan op het strand van zee waaien en voert zo deze mist en lage wolkenvelden aan. In augustus 2003 heeft een dergelijke situatie een temperatuurverschil van bijna 20 graden opgeleverd tussen de stranden bij Hoek van Holland en het noorden van Limburg.
Mistvelden zijn overdag goed te zien op satellietfoto's, vaak als een aangesloten grijze waas, zoals op de bovenstaande foto zichtbaar is.
©Weathernews | Gewijzigd: 10 februari 2017, 13:53 uur, door Joyce.s