Vrijdag 20 maart begint de lente en daarmee sluiten we de winter af. Terugkijkend op de winter kunnen we vaststellen dat deze koud is verlopen. Zo koud zelfs, dat de winter van 2008-2009 de koudste was sinds die van 1997.
Op het noordelijk halfrond gaat de astronomische lente meestal op 20 maart van start. Op deze datum sluiten we de winter af. Volgens de astronomische kalender begint de winter op 21 december. In de weerkunde gaan we echter uit van de meteorologische winter. De meteorologische winter loopt in de maanden december, januari en februari.
Met de start van de lente, kijken we nog even achterom hoe nu de winter van 2008-2009 is verlopen. Gemakshalve gaan we uit van de meteorologische winter. Uit de metingen blijkt al meteen dat de maanden december en januari behoorlijk koud zijn geweest. Kouder dan normaal, in tegenstelling tot februari. De temperaturen in de tweede maand van dit jaar lagen op normale waarden.
De gemiddelde temperatuur in de winter, in De Bilt ligt op 3,3 graden C. Deze winter werd een gemiddelde temperatuur vastgesteld op 2,2 graden C. Daarmee is deze winter de koudste in 12 jaar tijd. De maanden afzonderlijk gezien verliep december met 2,4 en januari met 0,8 graden C kouder, tegen respectievelijk 4,0 en 2,8 graden C normaal. Februari verliep vrij normaal met 3,3 tegen 3,0 graden C normaal.
De nadruk lag deze winter vooral op de vorstperiode. Deze liep van 26 december tot en met 11 januari. Van een vorstperiode is sprake wanneer in een tijdvak vorst van enige betekenis plaats vindt. In zo'n periode vormt zich dan ook natuurijs. In vorstperiode van deze winter waren landelijk de verschillen groot. Op 6 januari werd de laagste temperatuur van -20,8 graden C gemeten in het Limburgse Ell. De minimumtemperatuur die toen gemeten werd in Eelde was -10,2 graden C. De dag erna was het verschil nog groter. In Eelde werd toen -3,6 graden C gemeten tegen -17,9 in Ell. Er was ook een groot verschil in het aantal dagen vorst tussen het noorden en het zuiden van het land. Dit werd vooral veroorzaakt doordat de noordelijke provincies vaker te maken hadden met wind van zee. Het relatief warme zeewater zorgde ervoor dat de temperatuur minder laag uitviel dan in de rest van het land. Ook doordat er over het noorden vaker bewolking aanwezig was, werd de temperatuurdaling in de nachten getemperd. Gevolg was wel dat de Elfstedentocht niet door kon gaan.
De aanwezigheid van bewolking is goed terug te zien in het aantal zonuren. Landelijk scheen de zon bijna 230 uren. Overigens was het landelijk wel een zonnige winter, omdat het normaal gemiddelde op 172 uren ligt. Voor het noorden van het land zag het er echter somberder uit met in Eelde 198 uren zon.
De koude en redelijk zonnige winter bracht ons weinig neerslag. Normaal valt er in de winter zo'n 194 mm neerslag. Deze winter viel er landelijk 136 mm. De meeste neerslag viel langs de westkust waar het meetstation Valkenburg (Zuid-Holland) 189 mm opving. In Nieuw-Beerta was het met 85 mm het droogst. De twee koudste maanden waren tevens de droogste. Februari verliep qua neerslag ook vrij normaal. De neerslag viel deze winter van tijd tot tijd in de vorm van sneeuw, maar van een fatsoenlijk sneeuwdek was echter geen sprake.
De winter is nu achter de rug en de lente kan beginnen. Geheel vrij van nachtvorst zullen we nog niet zijn, want dat is nog tot in het begin van mei mogelijk. Overdag zien we gelukkig al wel weer het kwik stijgen naar dubbele cijfers, maar dan wel boven het vriespunt.
©Weeronline