Met je hoofd in de wolken zijn is mooi, want het geeft een goed gevoel. Maar aan de grond is er vaak meer te zien. In perioden dat er lage bewolking hang, is dat letterlijk het geval. Hoge gebouwen met een normaal gesproken wijds uitzicht, zitten dan met hun bovenste verdiepingen juist precies in de wolken.
Stratus, regionaal tot aan de grond (mist)
Deze maandag was het niet anders. In het overgrote deel van het land startten we de dag met lage bewolking. Deze bewolking, ook wel ‘stratus’ genoemd, reikte vooral in het westen en zuidwesten van het land regionaal tot aan de grond; in die gebieden was het mistig.
Het niveau in meters, waarop de onderzijde van de bewolking zich bevond (de basis) om 8.50 uur vanochtend. Op station Schiphol begint de bewolking net wat van de grond op te trekken (de mist ging over in lage bewolking).
‘Optrekkende’ mist ‘overgaand’ in lage bewolking
Wanneer de zon nog maar laag aan de hemel staat, aan het begin van de winter, zou de mist maar moeizaam opgelost zijn. Nu, alweer een paar weken de meteorologische lente in, ging dat al een stuk gemakkelijker. Ondanks de bewolking drong namelijk toch behoorlijk wat straling tot het aardoppervlak door. Het opwarmende aardoppervlak deed de luchttemperaturen stijgen. Doordat met het warmer worden van de onderste luchtlagen de lucht meer vocht in gasvorm kon bevatten, werd bewolking langzaam ‘aangevreten’. Van onderaf.
Van dichterbij, de Rembrandtoren.
Zou de laag met stratus heel dun zijn geweest, dan zou de zon overal meteen zijn doorgebroken (en zouden de hoogste verdiepingen van veel kantoortorens juist bóven de grijzigheid uit hebben gestoken). De laag was echter dikker. In gebieden waar het tot mist was gekomen zagen we de aanwezige mist eerst ‘optrekken’ (de onderste gedeelten van de stratuswolken lossen op). De iets hoger hagende delen bleven vervolgens nog hangen, als ‘lage bewolking’.
Aan de Rembrandtoren in Amsterdam, nabij station Amsterdam Amstel was dit effect mooi te zien. Het kantoorgebouw zat met de bovenste etages in de wolken.
Tegengas door hogedrukwerking
Uiteindelijk loste de lage bewolking in het westen van het land deze maandag op veel plaatsen vrij snel op. Daar werd de zon een handje geholpen, door het binnenstromen van drogere lucht die de lage bewolking grotendeels deed oplossen. Verder landinwaarts werd het een stuk moeizamer verhaal. Net als in het westen, hadden we daar te maken met stevige hogedrukwerking. In zulke situaties is er op enige hoogte (in dit geval op zo’n 1200 meter) een warme luchtlaag aanwezig. Deze werkt als een warme deken.
In Amsterdam zelf, in de buurt van treinstation Amsterdam Amstel, was het proces al nét ietsje verder gevorderd. Zicht op de 'rivier' de Amstel, met op de achtergrond de kantoorgebouwen bij het station, met hun 'hoofden' nog in de 'mist' ('achter' de voorbij vliegende vogels). Foto: Casper Hootsen.
Opstijgende luchtbellen vanaf het in de loop van de dag langzaam opwarmende aardoppervlak stoten hun hoofd tegen deze warme luchtlaag. Het landinwaarts nog volop aanwezige vocht, kreeg daarmee niet de ruimte om te ‘ontsnappen’.
Sterker nog, met het opstijgende van de warme luchtbellen vanaf het aardoppervlak, werden stapelwolken gevormd. Flink verticaal doorgroeien konden deze niet, want ze stootten hun hoofd tegen de inversie op 1200 meter hoogte. De ontluikende stapelwolken werden gedwongen zich horizontaal uit te spreiden. Wel zorgde dit voor de aanwas van een nieuwe hardnekkige bewolkingslaag, vlak onder de inversie. Al met al steeg de onderkant van de bewolking (basis) wel langzaam en werd het wat minder grijs, maar bleef het dek lange tijd gesloten.
Zeeland
Overigens waren er ook plekken waar de dag van meet af aan mooi was. Grote delen van Zeeland bijvoorbeeld baadden maandagochtend al in de zon.
Bron: Meteo Consult