Zonder dat het in de volksmond waarschijnlijk nu echt door veel mensen al écht als lenteachtig zal zijn omschreven, was het weerbeeld van woensdag een schoolvoorbeeld van het ontluikende voorjaar. Het overdag in de zon al flink opwarmende land en de nog koude zee speelden samen de hoofdrol.
Mooi maar fris
Woensdag brak, al duurde het in het binnenland wat lang, uiteindelijk overal de zon mooi door. Wel voelde het nog fris aan door een matige wind en temperaturen rond ‘normaal’ (8 tot 11 graden).
Landinwaarts woensdag een afwisseling van zon en stapelwolken. Foto: Stijn van Antwerpen, in de buurt van Assen, Drenthe.
UÃt de wind profiteerden mensen op de terrassen van sommige horeca-uitspanningen al van de steeds hoger komende maartzon. En in veel auto’s met een donkere lak stond in de middag de airco al even aan, of het raampje open – een lichtgekleurde lak weerkaatst een groter deel van het zonlicht en daarmee blijft het in de auto voelbaar koeler.
Typisch lente
Het ‘échte’ voorjaarskarakter zat ‘m precies in die al aardig warme lentezon, in combinatie met de frisse luchtaanvoer van zee. Omdat het zeewater vanaf maart gestaag maar wel langzaam opwarmt, en tegelijkertijd overdag het aardoppervlak een stuk sneller, ontstonden grote verschillen.
Aan de Duits-Nederlandse grens. Frans Sijmons.
Opbollende stapelwolken in koude lucht
Woensdag werd namelijk met een noordwestenwind koele en heldere polaire lucht het land ingevoerd. Op steeds meer plaatsen brak de lucht open. Een blauwe hemel werd zichtbaar tussen de bewolking die nog overdreef en geleidelijk transformeerde tot vriendelijke stapelwolken.
Die stapelwolken bleven vervolgens landinwaarts steeds maar opnieuw aangemaakt worden. De luchtopbouw werd daar namelijk onstabiel; als gevolg van het opwarmen van het aardoppervlak door de zonnestraling stegen ‘warme’ luchtbellen op. Door de daarop volgende afkoeling condenseerde een deel van het vocht in deze stijgende luchtpakketten. Het resultaat: stapelwolken. Daartussen, door compenserende dalende bewegingen, juist géén wolken en dus blauwe lucht.
Tegen het eind van de middag, met het dalen van de temperatuur, lostten ook de stapelwolken landinwaarts op. Mark Wolvenne, Terwolde, Gelderland.
De kustregio’s het zonnigst
Uitzondering waren vrijwel alle kustregio’s. Deze hielden al snel alléén maar zon over. Dat had alles te maken met de zo vroeg in het seizoen nog koude zee. De watertemperaturen liggen aan het wateroppervlak voor de kust op 5 á 6 graden. Een stuk lager dan de 8 tot 11 graden die boven het land woensdagmiddag werden gehaald. En veel belangrijker nog: die 5 graden was niet voldoende om de onstabiliteit van de atmosfeer groot genoeg te laten zijn om zelfs in de van origine koude lucht stapelwolken te doen laten ontstaan.
In de kustregio's was het vrijwel overal helemaal zonnig. Een "hemelsblauwe dag" zoals Geiny Boersma het omschreef, bij Noordwijk.
Het eindresultaat was onafgebroken zonneschijn dicht bij zee, en luchtstroomafwaarts – landinwaarts dus – opbollende stapelwolken. Hoe verder richting de grens met Duitsland, hoe groter de stapelwolken. Een beeld dat we in de lente, en overigens ook in de zomer nog veel vaker terug zullen zien.
Bron: Meteo Consult