De zeeën worden almaar zuurder door de verhoogde uitstoot van het broeikasgas koolstofdioxide (CO2). Daardoor krijgen schelpdieren en andere zeedieren het moeilijker om kalk aan te maken. Dat hebben wetenschappers gezegd op een conferentie in Kopenhagen.
Door de hogere concentratie van het broeikasgas CO2 in de atmosfeer nemen de zeeën steeds meer C02 op. Daardoor verzuurt het water en krijgen schelpdieren, koralen en andere zeedieren het moeilijker om kalk aan te maken. De zuurtegraad van de oceanen is sinds het begin van de industriële revolutie met een derde gestegen.
Op de conferentie in Kopenhagen zijn 2.000 wetenschappers bijeen om een laatste stand van zaken te geven over de klimaatverandering.
Calciumcarbonbaat
De kalk van schelpen is calciumcarbonaat (CaCO3). Dat is een witachtige vaste stof die ontstaat in water door een reactie tussen calcium-ionen en carbonaat-ionen. Deze reactie verloopt in normaal zeewater al vrij langzaam en kan alleen maar in dieren of algen plaatsvinden als de concentratie carbonaat hoog genoeg is.
Bij een iets lagere zuurgraad (een lager zuurgraad betekent zuurder water) zal een groot deel van het carbonaat omgezet worden in bicarbonaat (HCO3 ). De concentratie carbonaat daalt dus in het water, waardoor de kalkvorming nog trager of helemaal niet meer plaatsvindt.
©De Redactie