De Europese zuidelijke sterrenwacht ESO heeft een opmerkelijke diepe opname gepubliceerd van de Helixnevel, die verkregen is met de Wide Field Imager van het La Silla Observatory. De opname toont een rijke achtergrond van vergelegen sterrenstelsels, die normaal gesproken niet zichtbaar zijn op overige opnames van dit object. De Helixnevel of NGC 7293 bevindt zich op een afstand van 700 lichtjaar, in de richting van het sterrenbeeld Aquarius of Waterman.
De Helixnevel is één van de dichtstbijzijnde en meest spectaculaire planetaire nevels. Dit soort objecten hebben niets met planeten van doen, maar vormen de laatste fase van zonachtige sterren voordat deze eindigen als witte dwergen. Schillen van gas en stof worden weggeblazen vanaf het oppervlak van de ster, waarbij fijne en schitterende patronen kunnen ontstaan. Deze gaan vervolgens gloeien als gevolg van de krachtige ultraviolette straling van de zwakke doch zeer hete centrale ster.

De hoofdring van de Helixnevel meet ongeveer 2 lichtjaar, oftewel de helft van de afstand tussen de zon en de dichtstbijzijnde buurster. Hoewel de Helixnevel vanuit fotografisch oogpunt zeer spectaculair is, is de nevel lastig waarneembaar met het blote oog. Dat komt doordat het licht van de nevel verspreidt is over een relatief groot deel van de hemel en de waarneemgeschiedenis rondom obscuur is. De nevel verschijnt voor het eerst in 1824 in een Duitse catalogus. De naam Helix komt van de schroevedraaier-achtige vorm die bij vroege opnames van de nevel zichtbaar was.
Hoewel de Helixnevel lijkt op een donut, hebben studies uitgewezen dat de Helix wellicht uit twee afzonderlijke schijven bestaat, aangevuld met zwakke buitenringen en onderlinge filamenten. De heldere binnenschijf is aan het uitdijen met een snelheid van 100.000 kilometer per uur en lijkt ongeveer 12.000 jaar geleden te zijn ontstaan.
Aangezien de Helixnevel relatief nabij staat (hij bedekt een deel van de hemel dat vergelijkbaar is met een kwart van de volle maan) kan deze planetaire nevel bestudeerd worden in veel meer detail dan de meeste van diens soortgenoten. De binnenkant van de ring is bedekt met kleine klonten die “komeetachtige knopen†genoemd worden, met zwakke staarten die van de centrale ster vandaan wijzen. Hoewel deze knopen klein lijken, zijn ze per stuk toch even groot als het zonnestelsel (tot en met Neptunus). De ware aard van deze druppelachtige structuren is onbekend.
Naast de klonten zijn op de recente opname ook vergelegen sterrenstelsels zichtbaar, die dwars door het ijle en gloeiende gas van de Helix zichtbaar zijn. Enkele van deze stelsels lijken gegroepeerd te zijn in meerdere clusters die verspreid zijn over verschillende delen van de opname.
©Astrostart