De soort lucht die aan de grond wordt aangevoerd is erg belangrijk voor het weer. De temperatuur en het weerbeeld wordt hierdoor namelijk voor een groot deel beïnvloed. In de meteorologie gebruiken we vaak de termen warme massa en koude massa.
Over het algemeen is het zo dat de we de hoogste temperaturen in een luchtkolom direct aan het aardoppervlak meten. Hogerop in de atmosfeer wordt het steeds kouder. Dat is ook de reden waarom er op de hogere bergtoppen zelfs in de zomermaanden sneeuw ligt terwijl de afstand tot de zon korter is. In de atmosfeer neemt de luchtdruk namelijk met de hoogte af en dat is ook de verklaring voor het verschil in temperatuur tussen het aardoppervlak en de luchtlagen op enkele kilometers hoogte. Het samenpersen van de lucht onderin de atmosfeer (waar de luchtdruk hoger is) levert namelijk warmte op. Hoger in de atmosfeer is het dus kouder omdat de lucht daar minder wordt samengeperst.
Weerkaart voor donderdagmiddag. Een hogedrukgebied ten zuiden van Ierland zorgt in ons omgeving voor een westenwind (wind om hoog met wijzers klok mee). Hierdoor komt zachte lucht naar Nederland. Een warmtefront (rode lijn met halve bolletjes) is de voorste begrenzing van nog wat mildere lucht.
Bij het temperatuurverloop boven het aardoppervlak zijn warme massa en koude massa twee belangrijke begrippen. Zoals we net al aangaven wordt het hogerop in de atmosfeer steeds kouder, maar helaas is het niet zo simpel. Warme en koude luchtlagen wisselen elkaar af en vooral in de onderste luchtlagen kunnen we soms grote temperatuursverschillen meten. Zo zijn er voorbeelden waarbij het direct aan het aardoppervlak 3 of 4 graden vroor, terwijl het op een hoogte van 300 meter 8 graden boven nul was. De onderste luchtlagen zijn vaak belangrijk voor de ontwikkeling van bewolking en dat is iets wat de weersverwachting de komende dagen behoorlijk lastig maakt.
Termen die in de meteorologie vaak gebruikt worden zijn warme en koude massa. We spreken van warme massa als de lucht op waarnemingshoogte (1,5 meter boven het aardoppervlak) hoger is dan de temperatuur direct aan het aardoppervlak. Als de temperatuur op waarnemingshoogte lager is dan de temperatuur aan de grond, dan spreekt men van koude massa. Maar wat heeft dit voor invloed op wolkenvorming?
Koude massa
Onder invloed van de zon warmt de lucht aan het aardoppervlak overdag enigszins op. In de winter is dit effect minimaal, maar in de zomer kan er toch een redelijk verschil optreden. Er is in dit geval sprake van koude massa. Een luchtkolom wordt dus warmer en omdat warmere lucht lichter is, stijgt deze op. Zweefvliegers maken dankbaar gebruik van deze thermiekbellen. De luchtbel kan stijgen zolang deze warmer is dan de omringende lucht. De lucht zal echter wel afkoelen en op een gegeven moment treedt er condensatie op. De waterdampmoleculen worden dan zichtbaar in de vorm van gestapelde wolken of stapelwolken. Tussen de stapelwolken is echter nog wel ruimte voor opklaringen omdat er zogenaamd compenserende (dalende) luchtbewegingen zijn. Bij koude massa is er dus altijd een gebroken wolkendek.
Maandag komen we in de koudere lucht achter het koufront terecht. Hierdoor zal de atmosfeer stabiliseren, waardoor er flink wat ruimte voor de zon zal zijn. De bewolking is nu dan ook niet gelaagd, maar meer gestapeld.
Aan het einde van de dag neemt de kracht van de zon af en hierdoor zal de lucht aan de grond juist afkoelen. In deze situatie is sprake van warme massa, want de lucht op waarnemingshoogte is hoger dan de temperatuur aan de grond. De stijgende luchtbewegingen verdwijnen en hierdoor ontstaan er geen nieuwe stapelwolken. Omdat stapelwolken niet het eeuwige leven hebben, wordt het dus aan het eind van de dag helder.
Warme massa
Indien het aan het aardoppervlak een lagere temperatuur wordt gemeten dan in de luchtlagen er net boven, dan noemen we dat warme massa. In dit soort situaties ontstaat een heel andere type wolken. Warme luchtmassa’s afkomstig vanaf zee worden gedwongen om heel langzaam over de koude massa te glijden en daarbij stijgt de lucht heel langzaam. Ook bij dit proces zal de luchtmassa iets afkoelen en condenseren. Omdat het hier om een gelijkmatig proces gaat, wordt het een aaneengesloten wolkendeken, gelaagde bewolking. In warme massa mag de temperatuur wel aangenaam zijn, zolang er veel vocht aanwezig is, vormt zich zonder al te veel moeite een hardnekkige wolkenlaag. Hier hadden we de afgelopen dagen regelmatig mee te maken. Zachte lucht trok over het koude water van de Noordzee en zo ontstonden en enorme pakketten bewolking waardoor het vooral somber was. Soms viel er ook wat regen of motregen uit.
Vrijdag zitten we in de zachte lucht.
Dit weekend warme massa
Aankomend weekend is er sprake van warme massa (zie afbeelding hierboven). In de kustregio’s is dat misschien wel het duidelijks merkbaar. De zachte oceaanlucht strijkt over zeewater van een graad of 5. Boven dat koude zeewater zal veel bewolking ontstaan en misschien vormt zich wel hardnekkige mist. In het binnenland is er misschien iets beter weer te verwachten. Drogere lucht komt vanuit Frankrijk en België opzetten en zo kan het weleens zaterdagmiddag in de zuidelijke helft van het land opklaren. De bewolking lost dan op en met wat zon kan in de relatief warme luchtmassa het kwik op 12 tot 14 graden uitkomen. Het is alleen de vraag of de hardnekkige bewolking, die boven het koude Noordzee water is ontstaan, echt openbreekt.
Bron: Meteo Consult