Om een winter te classificeren, wordt vaak gebruik gemaakt van het koudegetal. Dit getal geeft aan hoeveel kou een winter heeft opgeleverd en is ook handig om een tussenbalans op te maken. Tot nu toe scoort deze winter al behoorlijk hoog.
Het koudegetal, of Hellmanngetal, vernoemd naar de Duitse meteoroloog Gustav Hellmann, wordt berekend over het tijdvak van 1 november tot en met 31 maart. Indien op een dag de gemiddelde temperatuur van het hele etmaal onder nul ligt, rekent zo'n dag mee. Anders gezegd: het koudegetal is de som van alle etmaalgemiddelde temperaturen beneden het vriespunt met weglating van het minteken.
De afgelopen dagen verliepen vrij zacht en de etmaalgemiddelden tellen dan ook niet mee. De schaatsperiode die daaraan vooraf ging, deed echter een flinke duit in het zakje. Inmiddels staat het koudegetal op 51,5. In vergelijking met de voorgaande jaren is dit erg hoog. Alleen 2003 kwam daar ver bovenuit met 80,1; het winterseizoen is echter nog lang niet afgelopen.
Topwinters, wat een hoog koudegetal betreft, waren die van 1963 en 1947 met respectievelijk 345,9 en 342,8. Minder lang geleden kwamen 1996 en 1997 op 150,5 en 131,6. Tot nu toe staat de winter van 2009 op de 55ste plaats, gerekend vanaf 1901.
Om tot een hogere classificatie van 2009 te komen, moeten we het van de komende dagen niet hebben en ook de berekeningen voor wat langere termijn laten geen terugkeer van vrieskou zien. Mogelijk duiken we in februari nog een keer de kou in, maar dat is voorlopig koffiedik kijken.
©Weathernews