Een absoluut verband tussen herfstonweer en het karakter van de navolgende winter is niet aangetoond. Dat neemt niet weg dat er interessante dingen over het onderwerp vallen te melden.
In de jaren '60 en '70 werden er in Friesland toch wel min of meer gezaghebbende voorspellingen gedaan door een landarbeider, Lolke D. Pruiksma (1899-1983) te Boksum. Deze man heeft buitengewoon intrigerende voorspellingen gedaan en baseerde zich daarbij met name op de frequentie van het onweer in november.
Hoofduitgangspunt voor hem was, dat wanneer er in november praktisch geen onweer voorkwam je grote kans maakte op een koude of strenge winter mét Elfstedentocht. Maar onweerde het vaak in november dan kon je rekenen op een zachte of een kwakkelwinter. Naar de voorspellingen van Pruiksma werd in die tijd altijd reikhalzend uitgezien. Er zitten zeer interessante voorspellingen tussen.
In november 1962 onweerde het slechts op 1 dag ergens in het land en prompt volgde de zeer strenge winter met Elfstedentocht van 1962-1963. Een winter waar sommige weerkundigen veel van verwachtten was 1970-1971. Maar op grond van het novemberonweer voorzag Pruiksma in elk geval geen strenge winter. Wel wees hij op de kans op een koudegolf ergens tussen 2 februari en 12 maart. In dat jaar was sprake van een historische koudegolf in maart!
Omstreden en tevens misschien min of meer wel een lakmoesproef voor de theorie van Pruiksma was de boosaardige winter 1978-1979. November gaf lange tijd zeer rustig en zacht herfstweer, maar in de laatste week was er een kouinval, m.n. ook in de bovenlucht en dat leidde op de valreep alsnog tot fikse onweersverschijnselen tijdens zware koude buien uit het noordwesten. Pruiksma zei toen dat het er met dat zachte novemberweer lange tijd naar uit had gezien dat er een strenge winter met Elfstedentocht zou komen, maar door het felle onweer van de laatste novemberweek voorzag hij helaas een koude kwakkelwinter met als motto: "Man op ijs, ijs weer weg". Er is een unieke ambivalente winter gevolgd met indrukwekkende koudegolven, sneeuwstormen, maar zónder Elfstedentocht.
Nu even concreter en zuiver gekeken naar enkele jaren waarvan ik toevallig wat meer specificaties ken. November 1928 was zeer stormachtig en bracht ook veel onweer: Wel 10 onweersdagen. Daar is toen die historische winter van 1929 op gevolgd, met een Siberische koudegolf in februari. Bulderende oostenwinden en dag en nacht strenge tot zeer strenge vorst -12 tot -18 graden, je reinste transportkou!
In november 1945 helemaal geen onweerdagen in Nederland. Toch geen noemenswaardige winter daarna. (In 1946-1947 weer wel; toen 2 onweersdagen).
*Na de 7 onweersdagen van november 1969 toch een zeer respectabele winter 1970.
*In november 1983 0 onweersdagen in Nederland (net als in 1945), echter geen strenge winter, maar een slappe winter.
*November 1985 had ook veel onweersdagen, wel 10. Er volgde een winter met uiteindelijk een zeer stabiele vorstperiode en uiteindelijk Elfstedentocht!
*November 1996 had zelfs... 14 landelijke onweersdagen en daar volgde toen toch maar mooi die in deze dagen vaak gememoreerde Elfstedenwinter van 1996-1997 op. Die winter bracht ons zelfs het dikste ijs sinds de winter van 1963... (eigenlijk best een opmerkelijk gegeven in ons door het broeikaseffect zo gedecimeerde winterklimaat).
Kortom: Een absoluut verband tussen de frequentie van onweer in november en het karakter van de daaropvolgende winter is er niet. Tóch lijkt een rustige novembermaand met weinig onweer wellicht een betere opmaat tot een hogedrukwinter en daardoor eerder bestendige vorstperioden.
©Weeronline