Radar en neerslag
Radar en neerslag
Steeds meer boeken we vooruitgang in de mogelijkheden die de techniek en apparatuur ons kunnen geven. In de jaren 60 en 70 was het al een welkome aanvulling als we op eenvoudige wijze een radarbeeld tevoorschijn konden halen om ons een beetje inzicht te kunnen geven in het actuele neerslagbeeld van Nederland.
Tegenwoordig wordt de lucht met meer elevaties en aantal scans per tijdseenheid door de radar afgetast. Elke 5 minuten hebben we de beschikking over een radarbeeld. Zo kunnen we nog beter en sneller de ontwikkeling van bijv. buien volgen. Sinds enige jaren wordt radarinformatie ook steeds vaker gekoppeld aan andere gegevens zoals bijv. (nattebol)temperatuurgegevens in de bovenlucht. Weten we bijv. dat vanaf de grond tot 1 km hoogte de (nattebol)temperatuur onder nul is en blijft en de radar ziet in een dergelijk gebied neerslag in deze luchtlaag voorkomen dan is de kans groot dat er sneeuw valt. We kunnen dus bijv. de heersende temperatuur aan het voorkomen van neerslagecho's in een bepaalde laag koppelen, een methode dat overigens al langer bestaat. Ook kunnen we de beelden koppelen aan verticale snelheden m.b.v. de Doppler technieken zodat we ook voorzichtig kunnen afleiden of het om neerslag in de vorm van buien gaat of dat de neerslag van frontale oorsprong is of voorkomt uit stratiforme gelaagde bewolking.
De beelden zijn nauwkeurig zolang de neerslag niet in de marge rond het vriespunt valt. Onderkoelde neerslag, ijsregen en sneeuw zijn verschijnselen die vaak tijdens warmtefrontpassages binnen een hele kleine zone kunnen voorkomen nadat Nederland een vorstperiode heeft gehad en de dooi invalt. Op zo'n moment kan een radarbeeld een inschatting of benadering geven van de neerslagsoort die valt. Echter, de actualiteit kan dan evengoed behoorlijk afwijken van hetgeen de radar ons voorschotelt. We moeten dus ten alle tijden deze beelden goed blijven interpreteren. Zonder duidelijke handleiding en gedegen kennis blijft het dus gevaarlijk om deze radarbeelden te gebruiken omdat deze al snel als dé waarheid worden gezien.
©Meteonet
Steeds meer boeken we vooruitgang in de mogelijkheden die de techniek en apparatuur ons kunnen geven. In de jaren 60 en 70 was het al een welkome aanvulling als we op eenvoudige wijze een radarbeeld tevoorschijn konden halen om ons een beetje inzicht te kunnen geven in het actuele neerslagbeeld van Nederland.
Tegenwoordig wordt de lucht met meer elevaties en aantal scans per tijdseenheid door de radar afgetast. Elke 5 minuten hebben we de beschikking over een radarbeeld. Zo kunnen we nog beter en sneller de ontwikkeling van bijv. buien volgen. Sinds enige jaren wordt radarinformatie ook steeds vaker gekoppeld aan andere gegevens zoals bijv. (nattebol)temperatuurgegevens in de bovenlucht. Weten we bijv. dat vanaf de grond tot 1 km hoogte de (nattebol)temperatuur onder nul is en blijft en de radar ziet in een dergelijk gebied neerslag in deze luchtlaag voorkomen dan is de kans groot dat er sneeuw valt. We kunnen dus bijv. de heersende temperatuur aan het voorkomen van neerslagecho's in een bepaalde laag koppelen, een methode dat overigens al langer bestaat. Ook kunnen we de beelden koppelen aan verticale snelheden m.b.v. de Doppler technieken zodat we ook voorzichtig kunnen afleiden of het om neerslag in de vorm van buien gaat of dat de neerslag van frontale oorsprong is of voorkomt uit stratiforme gelaagde bewolking.
De beelden zijn nauwkeurig zolang de neerslag niet in de marge rond het vriespunt valt. Onderkoelde neerslag, ijsregen en sneeuw zijn verschijnselen die vaak tijdens warmtefrontpassages binnen een hele kleine zone kunnen voorkomen nadat Nederland een vorstperiode heeft gehad en de dooi invalt. Op zo'n moment kan een radarbeeld een inschatting of benadering geven van de neerslagsoort die valt. Echter, de actualiteit kan dan evengoed behoorlijk afwijken van hetgeen de radar ons voorschotelt. We moeten dus ten alle tijden deze beelden goed blijven interpreteren. Zonder duidelijke handleiding en gedegen kennis blijft het dus gevaarlijk om deze radarbeelden te gebruiken omdat deze al snel als dé waarheid worden gezien.
©Meteonet
