Gladheid is een complex samenspel van verschillende factoren. Wegdektemperaturen, temperaturen hoger in de atmosfeer, opklaringen en neerslag kunnen zowel los van elkaar als samen met elkaar de wegen zeer plotseling glad maken. Een uitleg over de verwachte situatie van dinsdagochtend.
IJzel vriest niet alleen aan de weg vast,
maar ook op daken en dakgoten.
In de nacht naar dinsdag toe raakt het vanuit het noordwesten geleidelijk bewolkt. Aanvankelijk is dit alleen sluierbewolking, maar de bewolking wordt steeds dikker. In de zuidoostelijke helft van het land kan het hier vooruit nog flink afkoelen, tot rond of net onder het vriespunt. Ook de wegdektemperatuur daalt tot onder nul.
Ongunstige timing
Deze bewolking is de aankondiging van een storing, welke gekoppeld is aan een lagedrukgebied boven Scandinavië, De storing bereikt aan het begin van de nacht de noordwestkust van ons land. Hier is de neerslag nog in de vorm van regen, maar verder landinwaarts lijkt de neerslag te transformeren.
Deze situatie speelt in de zuidoostelijke helft van het land, waar de luchttemperaturen op dat moment rond of net onder het vriespunt liggen. Hierdoor wordt de regen op diverse plaatsen waarschijnlijk voorafgegaan door sneeuw, of ijzel.
Als het gaat ijzelen kan de slee ook zonder sneeuw
op de grond gebruikt worden!
Verschillende luchtlagen
In de storing die over ons land trekt komen verschillende lagen boven elkaar te liggen. Voor de storing uit wordt namelijk een beetje warmere lucht aangevoerd, maar deze warme lucht slaagt er niet in de koude lucht aan de grond te verdrijven. Deze hardnekkige laag koude lucht aan de grond wordt in vakterminologie een koude plaklaag genoemd. De zachtere en daardoor lichtere lucht schuift over de koudere en zwaardere laag aan het aardoppervlak heen.
De neerslag begint in Nederland in de bovenlucht vrijwel altijd in de vorm van sneeuw (ook in de zomer). Ook dinsdag is dat het geval.
Het gevolg van de hier beschreven ontwikkeling is dat de sneeuw aanvankelijk terecht komt in een warmere luchtbel op enige hoogte in de atmosfeer. Hierdoor kan de sneeuw, wanneer ze maar genoeg opwarmt, transformeren in regen. Onder de bel met warme lucht ligt echter de koude luchtlaag dichtbij de grond. In deze laag koelen de regendruppels opnieuw af. Deze regendruppels komen vervolgens terecht op een koud wegdek, waardoor deze gelijk aan de weg kunnen vastvriezen en het dus glad kan worden.
Bron: Meteo Consult